Parkeerkaart voor personen met een handicap

Parkeerkaart voor personen met een handicap

Personen met een beperkte mobiliteit kunnen een parkeerkaart voor personen met een handicap aanvragen. Deze parkeerkaart geeft u het recht om te parkeren op voorbehouden plaatsen.

Deze kaart is gebonden aan een persoon en niet aan een wagen.

Tenzij het anders vermeld is op de parkeerkaart, blijft deze kaart onbeperkt geldig. Het gebruik ervan is strikt persoonlijk. Ze mag alleen worden gebruikt als de persoon voor wie de kaart bestemd is het voertuig bestuurt of als passagier meerijdt. Bij overlijden moet de parkeerkaart naar de FOD SZ teruggestuurd worden.

Met deze parkeerkaart mag je parkeren:

  • onbeperkt in de blauwe zone

  • onbeperkt in zones kort parkeren

  • op plaatsen voorbehouden voor personen met een handicap

De parkeerkaart moet wel goed zichtbaar, met de geldigheidsdatum, op het dashboard liggen.

Procedure

  • Om de tegemoetkoming aan te vragen, moet u een aanvraag opstarten via de online app MyHandicap. Om de vragenlijst in te vullen, hebt u een elektronische identiteitskaart met PIN code en kaartlezer nodig, of de ITSME app.
  • Als u deze aanvraag niet zelf kan doen, kan u steeds terecht voor hulp bij uw mutualiteit, gemeente of Sociaal Huis (OCMW).
  • Indien u niet terecht kan bij uw mutualiteit of gemeente, kan u altijd een afspraak maken met één van de maatschappelijk assistenten van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid om een aanvraag op te starten.
  • Wanneer de aanvraag ingediend is, zal de DG HAN nagaan of u recht heeft op de parkeerkaart. Hiertoe zal bijkomende informatie gevraagd worden aan uw behandelende arts.
  • Mogelijks zal u een uitnodigingsbrief krijgen voor een korte afspraak bij één van onze artsen/medische evaluatoren.
  • Indien u recht heeft op de parkeerkaart ontvangt u deze per post.

Je kan ook langskomen op dinsdagvoormiddag tussen 9u. en 12u. in het sociaal huis voor het aanvragen van een parkeerkaart. 

 

Voorwaarden

Je hebt recht op een parkeerkaart als:

  • je een blijvende invaliditeit hebt:
    • van 50% of meer (invaliditeit van de benen)
    • van 80% of meer (andere invaliditeit)
  • je oorlogsinvalide bent (burgerlijk of militair) met een invaliditeit van 50% of meer
  • je volledig verlamd bent aan de armen of beide armen werden geamputeerd
  • je gezondheidstoestand je zelfredzaamheid of je mobiliteit vermindert.
    • als je ouder bent dan 21 jaar: 12 punten of meer (zelfredzaamheid) of minstens 2 punten (mobiliteit)
    • als je jonger bent dan 21 jaar: 2 punten in de categorie “verplaatsing” of “mobiliteit en verplaatsing”

Wat meebrengen

- Identiteitskaart