Energiebewust rijden
Ideeën om energiebewust te rijden
Een aangepaste rijstijl
Een sportieve rijstijl kenmerkt zich door hoge snelheden, voortdurend accelereren met hoge toerentallen en plots afremmen. Op landelijk en stedelijke wegen leidt dat tot 25 à 30% extra brandstofverbruik ten opzichte van de gewone rijstijl. Bovendien levert die sportieve rijstijl nauwelijks of geen tijdwinst op.
Energiezuinige rijstijl:
- Volg de verkeersstroom en anticipeer op de gebeurtenissen voor u
- Hou voldoende afstand, zo vermijdt u bruusk remmen
- Verander niet onnodig van rijstrook en vermijd zinloos inhalen
- Nader stoplichten met een gematigde snelheid
- Vertraag langzaam voor een bocht, rem af op de motor en verhoog pas uw snelheid in de bocht als u merkt dat de rijbaan vrij is
- Schakel tijdig over naar een hogere versnelling. Schakel bij een toerental dat bij voorkeur lager is dan 2500 toeren/minuut bij benzinemotoren en 2000 toeren/minuut bij dieselmotoren.
- In een ideale situatie rijdt de auto altijd met dezelfde snelheid en dient u bijna nooit te remmen of extra gas te geven.
- Rijd niet te snel. Bij snelheden boven 100 km/h is de snelheid de bepalende factor voor het brandstofverbruik.
- Het gebruik van boordinstrumenten zoals cruise control, waarbij een constante snelheid van de wagen kan worden ingesteld, of een display die het onmiddellijk verbruik aangeeft, kan besparingen tot 10% met zich meebrengen.
Een koude motor verbruikt bijna twee maal zoveel brandstof als een warme. Stationair draaien betekent brandstof verspilling.
- Gebruik voor kleine afstanden geen auto
- Rijd onmiddellijk na het starten rustig weg, een auto warmt immers sneller op wanneer hij rijdt dan wanneer hij stilstaat
- Parkeer uw auto dadelijk in de juiste rijrichting zodat u geen manoeuvres moet uitvoeren met een koude motor
- Zet uw motor af wanneer u meer dan 30 seconden moet wachten, vb. spoorweg
Technische aspecten
Energiezuinig rijden kan enkel met een goed onderhouden wagen. Laat de auto regelmatig onderhouden en volg hierbij de instructies van de constructeur.
Banden
- Een te lage bandenspanning leidt tot meer brandstofverbruik (tot 3% bij 0,5 bar te laag) en brengt de stabiliteit en dus ook de veiligheid in gevaar.
- Controleer de bandenspanning maandelijks en neem in elk geval de aanbevolen bandenspanning in belaste toestand. Uw banden zullen eveneens langer meegaan.
- Rij steeds met 4 identieke banden of ten minste met dezelfde banden op één as, zoals wettelijk bevolen.
- Controleer regelmatig de profieldiepte van uw banden.
Toebehoren
- Halfgeopende zijruiten verhogen het brandstofverbruik met gemiddeld 5%. De ruiten gesloten houden en gebruik maken van de ventilatie verdient de aanbeveling.
- Alle elektrische accessoires (achterruitverwarming, mistlampen, …) verbruiken energie. Airconditioning kan zelfs tot 25% extra verbruik veroorzaken.
- Gebruik de elektrisch accessoires enkel wanneer het nodig is.
Belading
- Extra gewicht betekent extra energieverbruik (10% meer voor skieboxen op het dak, tot 30% extra voor een fietsrek op het dak).
- Plaats uw fietsrek bij voorkeur achter aan uw voertuig
- Verwijder de skibox, het fiets- of bagagerek onmiddellijk na gebruik.
- Leg de zwaarste stukken het meest naar voren en bewaar zo het evenwicht van uw wagen
Rijomstandigheden
- Stippel de weg vooraf uit, zodat u niet onnodig moet omrijden. Navigatiesystemen, die steeds vaker geïntegreerd worden in nieuwe wagens, kunnen hierbij een handig hulpmiddel zijn, maar gebruik ze niet blindelings, ze kunnen u ook soms misleiden.
- Vermijd rijden door de stad. Het verbruik is er tweemaal zo hoog als op de snelweg. Ook rijden in druk verkeer leidt tot dubbel zo veel verbruik als bij normaal verkeer
- Vermijd sluipwegen als alternatief voor de autosnelweg bij druk verkeer. Het verbruik op landelijke wegen blijft immers hoger dan op de autosnelweg.